(Bloeiende oregano)
Vroeger had je geen internet of andere media met tentakels verspreid over de gehele wereld, zodat het makkelijk is om te achterhalen wat ze bijvoorbeeld op de Azoren of in Polynesië eten. In oude tijden moest men het doen met onderhoudende verhalen over vreemde volkeren en kwamen grote veroveraars zoals Alexander de Grote met de meest wonderlijke zaken thuis. Zo belandden onder andere rijst en komkommers in de Griekse keukens. Vervolgens kwamen de Romeinen die allerlei Griekse heerlijkheden, zoals kastanjes, in andere veroverde gebieden in Europa introduceerden. Net als hun inmiddels favoriete pizzakruid oregano, een groen kruid dat de oude Grieken gebruikten voor een heleboel doeleinden, maar nog niet voor pizza.
De pizza zoals we die nu kennen, werd pas in de18de eeuw in Napels ‘uitgevonden’, maar eigenlijk at men al eeuwenlang platte broden, belegd met bijvoorbeeld kaas en dadels. Volgens de Romeinse dichter Vergilius had de Trojaanse held Aeneas op een dag zoveel honger, dat hij alle borden opat: borden die bestonden uit brood! Zelfs de Vikingen bakten in de negende eeuw n.Chr. platte broden met beleg in houtovens.
Pas rond 1750 kwam men in Zuid-Frankrijk en Italië erachter dat de tomaat – meegenomen uit Mexico door de Spaanse veroveraars – niet alleen een sierplant was, maar dat de vruchten ook gegeten konden worden. Die waren toen nog geel, pas ergens in de loop van hun Europese geschiedenis kleurden ze rood.
Tomatensaus vormt een droomhuwelijk met oregano, een kruid dat volgens verhalen door Aphrodite werd verbouwd in haar tuintje op de Olympos, alleen maar om de wereld blij te maken. Culinair heeft het altijd zijn waarde behouden, ook al gebruiken de Grieken oregano op vlees voornamelijk om een voedselvergiftiging te voorkomen, mocht het vlees niet kersvers zijn. Maar mensen in de oudheid gebruikten het ook om geluk af te dwingen, bijvoorbeeld door te trouwen met een krans van oregano op het hoofd. Of ze stopten een bosje oregano onder het kussen of droegen een krans als slaapmuts om mooie dromen te krijgen. Men geloofde dat het kruid bescherming bood tegen slechte geesten, en nog steeds staan er potten met oregano op wacht bij de huizen.
De beroemde heelmeester Hippokrates, vader van de westerse geneeskunde (circa 460 – 370 v.Chr), was ook heel druk in de weer met oregano. Sindsdien is de lijst van ziekten en aandoeningen waarbij oregano kan helpen, behoorlijk gegroeid. Het zit dan ook boordevol helende stoffen met krachtige antioxidanten, goed om te vechten tegen onder andere kanker, huidinfecties en buikpijn. In heet water met een lepel honing is het een perfecte hoestdrank, maar het kruid kan ook helpen bij een koutje of astma.
Oregano wordt ook wel wilde marjolein genoemd en wordt daarom weleens verwisseld met de echte marjolein of majoraan. Oregano heeft een stevige, naar munt neigende smaak met een kleine bittere nasmaak, en majoraan is wat zoeter en een stuk milder, waardoor het wat makkelijker met andere kruiden is te combineren. Majoraan wordt praktisch dezelfde helende eigenschappen toegedicht en kent dezelfde verhalen als oregano.
Dat andere zo beroemde Griekse kruid, tijm, heeft een stuk sterker gepeperde eigenschappen: het geeft kracht en moed en staat voor opoffering. Ook hier gaat een verhaal dat het gekweekt werd door een vrouw, en wel de mooie Helena van Troje. Wat een dame! Eerst veroorzaakte ze de beroemdste oorlog uit de oudheid en vervolgens voorzag ze soldaten van een zelfgekweekt kruid. Tijm is een soldatenkruid. In latere tijden reden zelfs kruisridders met bosjes tijm naar het heilige land. Tijdens de eerste wereldoorlog werden vooral de medische eigenschappen ervan ingezet: tijmoplossingen waren populair als ontsmettingsmiddel voor zowel op de operatietafel als in de ziekenhuiszalen.
Bloeiende tijmstruiken lichten nu felpaars op in het landschap en vragen om geplukt te worden (na de bloei verliezen veel kruiden wat smaak). Tijm heb je hard nodig, want het is nu zo’n maand dat je over behoorlijk wat energie en opoffering moet beschikken om de piepkleine kappertjes van hun prikkende takken te plukken voordat ze in exotische bloemen veranderen. Een ander shotje tijm helpt om de kersenbomen leeg te krijgen voordat vogels hun slag slaan, of om pruimen en abrikozen te plukken voordat mieren de bomen bestormen om bij het fruit te komen. Vervolgens heb je moed nodig om in bloedhete keukens pannen met fruit te vullen om jam te koken.
En dan staat er ook nog overal oregano uitnodigend te zwaaien met witte schermbloemen. Maar van dat kruid word je alleen maar blij: de bloeiende stengels worden tot bossen samengebonden om te laten drogen, wat geen al te zware of tijdrovende klus is. Er mist alleen nog een godin die een kruid tegen vermoeidheid kan kweken voor in deze oogsttijden.