Gisteren was het Valentijnsdag én carnaval, maar bij de Franciscanerkerk op de Ermou in Mytilini was het allesbehalve feest. Geen postbode of koerier kwam aan de deur: geen enkel heilig botje van Sint Valentijn werd teruggebracht naar Lesvos.
De kleine katholieke, nog praktiserende gemeenschap van Lesvos telt volgens de lokale krant Embros zo’n 60 zieltjes en kreeg hun Franciscaner kerkje in de 19de eeuw, toen buitenlandse handelaren zoals Fransen, Duitsers, Italianen en Engelsen zich in Mytilini vestigden. Waarschijnlijk bracht een Italiaanse familie de relikwie van Valentijn mee. In ieder geval kreeg in 1907 de aartsbisschop van Smyrna tijdens een bezoek aan Lesvos de botjes onder ogen om de authenticiteit ervan te bevestigen. Het stempeltje was kennelijk echt en zo werd later deze relikwie aan de katholieke kerk op de Ermoe in Mytilini geschonken.
Toen het Ottomaanse rijk ineenstortte en de bloeiende economie van Lesvos in zijn val meenam, gevolgd door de Tweede Wereldoorlog, werd zowel het kerkje als zijn waardevolle relikwie totaal vergeten. Pas in 1990 herontdekte een priester de schrijn in de verwaarloosde kerk en smokkelde hem naar Athene, waar hij onderdak kreeg in de Heilige Francis & Clara kerk.
Er werd overeengekomen dat dit heilige aandenken in 2009 naar Lesvos zou terugkeren. Maar vorig jaar was net een deel van het plafond van de Franciskaner kerk in Mytilini naar beneden gedonderd. Dus moest Valentijn nog een jaartje wachten. Dit jaar echter staat de kerk nog gedeeltelijk in de steigers en is de ingang verborgen achter kratten en kartonnen dozen van naburige winkels. Geen mooi onthaal voor Valentijn!
Bovendien is Valentijnsdag in Griekenland in opmars en zijn de winkeliers in de buurt van de Francis & Clara Kerk in Athene pertinent tegen het weggaan van zo’n mooie publiekstrekker.
Welke heilige delen van Valentijn precies in die rijk versierde relikwiedoos zitten, is me niet helemaal duidelijk. Die onduidelijkheid lijkt wel de geschiedenis van deze heilige te zijn. De heilige Valentijn kwam bijvoorbeeld niet voor op de officiële katholieke lijst van martelaren uit het Romeinse Rijk, en wie hij nou precies was, is ook al nooit achterhaald. Er komen drie Valentijnen voor in aanmerking, die allen in de Romeinse tijd werden vermoord, omdat ze christenen hielpen (in de eerste drie eeuwen was het christelijk geloof in het Romeinse Rijk verboden): een priester uit Rome, de bisschop van Interamna (het tegenwoordige Terni) en een martelaar uit de toenmalige provincie Afrika. Wel is men het er over eens dat ergens tussen 200 en 300 n.Chr. op 14 februari een Valentijn werd begraven even ten noorden van Rome op de Via Flaminia.
De verhalen die Valentijn beroemd maakten, zijn ook legio. Zo trouwde de bisschop van Terni een christelijk meisje met een heidense soldaat, wat verboden was, en hierna volgden vele andere christelijke stellen. Een ander verhaal gaat over een gevangen Valentijn die de blinde dochter van zijn cipier probeerde te genezen. Toen hij ter dood gebracht werd, ontving de dochter een briefje van Valentijn, waaruit een bloem viel, waarna het meisje weer kon zien en haar vader zich tot christen bekeerde.
In 1836 werden de overblijfselen van Valentijn in de Romeinse catacomben gevonden. Die werden waarschijnlijk in duizenden stukjes grif van de hand gedaan, want overal op de wereld claimt men nu delen van Valentijn te bezitten. De bekendste bedevaartplek voor de overblijfselen van Sint Valentijn is de Whitefriar Street Carmelite Church in Dublin, Ierland. Maar ook het Franse Roquemaure, het Oostenrijkse Wenen, het Schotse Glasgow en het Engelse Birmingham claimen stukjes van het lichaam van Valentijn te bezitten. En nu dus ook Lesvos, hoewel die relikwie verdonkeremaand is en al jaren in Athene logeert. Zo gaat dat dus met relikwieën. Fijne Valentijnsdag!