(Foto: internet)
Wanneer je met de boot Mytilini nadert, schitteren heuvels vol witte mediterrane huizen en een imposante burcht je tegemoet. De stad werd in de elfde eeuw v.Chr. gesticht door de Penthilidae familie, die beweerde afstammeling te zijn van Orestes, zoon van de mythologische koning Agamemnon. De eerste huizen stonden op een eilandje, gescheiden van het vasteland door een breed kanaal, versierd met elegante marmeren bruggen, waar oorlogsschuiten (trireme) onderdoor voeren naar de noordelijke en zuidelijke haven. Men beweert dat Mytilini toen zo mooi was als Rhodos en Ephesos. Later verzandde het kanaal en is nu de huidige winkelstraat Ermoe.
Mytilini en Mythimna (Molyvos) voerden eeuwenlang strijd om de macht op Lesvos. Mytilini won, en rond de zevende eeuw v.Chr. bloeide de stad op en verkwikte zich met filosofen, dichters en muzikanten. Zo was er Terpandros, vader van de lyrische poëzie (dichtvorm op muziek), en later verschenen de dichtende Sappho en Alkaios ten tonele. Het zou het paradijs zijn geweest, maar alleen voor de happy few, daar de Penthilidae familie er altijd voor zorgde, dat de stadstaat met harde hand werd geregeerd door een tiran die de privileges enkel deelde met de aristocratie.
In die tijd was de kust aan de overkant van het eiland – in het tegenwoordige Turkije – een soort achterland van Lesvos. Daar bouwde men vlak bij Troje de havenstad Sigeum. De zoveelste heibel ontstond, toen Athene besloot het welvarende Sigeum te bezetten. Dat pikte Mytilini niet. De opperbevelhebber van het leger was toen Pittakos (ongeveer 650 – 570 v.Chr.), een ambitieuze dichter, die besloot om bloedvergieten te voorkomen en op te roepen tot een tweegevecht met de Atheense legeraanvoerder Phrynon. Dat was een dappere uitdaging omdat Phrynon bekend stond als een sterke atleet met Olympische titels in de vechtsport. Pittakos gebruikte echter een slimmigheidje en gooide een visnet over de man, waarna het doden van de vijand een peuleschil was.
Hoewel een rechter besliste dat Sigeum in handen van Athene mocht blijven, werd Pittakos als een held binnengehaald in Mytilini. Hij droomde van een rechtvaardige maatschappij en begon een opstand tegen de tiran Melanchros te beramen. Ondanks zijn aristocratische afkomst was ook Alkaios voor een meer democratische staat en sloot zich met zijn broers aan bij Pittakos. Melanchros kwam ten val, maar een andere aristocratische tiran, Myrsilon, pikte daarna de macht in. Pittakos gaf echter niet op. Hij werd dan wel later uitgeroepen tot een wijs man, maar hij was geen heilige. Hij sloot zich aan bij Myrsilon, op de ziel trappend van zijn medecoupplegers. Vooral Alkaios was woedend en liet dit in zijn werk doorschemeren. Toen Myrsilon al snel het loodje legde, was Pittakos eindelijk aan de beurt om staatsman te worden. Hij liet een frisse wind door Mytilini waaien door de hem vijandig gezinde rijke families te verbannen, zoals die van Alcaeus, en ook Sappho vluchtte voor enkele jaren naar het Siciliaanse Syracuse.
Daar bleef het niet bij: Pittakos schreef nieuwe wetten in dichtvorm die hij – op hout geschreven – overal in de stad ophing, opdat ook het volk wist waar het zich aan moest houden. Hij besloot dat misdaden onder invloed van alcohol dubbel moesten worden gestraft (waar de rijken niet blij mee waren), en vond vergiffenis beter dan straf. Dat zijn nog maar enkele zaken waarin hij geloofde en die hij probeerde door te voeren.
Het is niet verwonderlijk dat enkele eeuwen later deze Mytileense bestuurder werd gekozen tot een van de Griekse Zeven Wijzen: dat waren staatsmannen, dichters of filosofen die flink wat invloed hadden op de oude Griekse wereld. Schrijvers en staatsbestuurders bemoeiden zich met de lijst, met als resultaat dat in ieder geval vier dezelfde namen altijd opdoken: Thales van Milete, Bias van Priëne, Solon van Athene, Pittakos van Mytilene. De overige drie werden wel eens met anderen gewisseld: Kleoboulos van Lindos, Myson van Chenai en Chilon van Sparta.
Pittakos zou tegenwoordig een goeie kandidaat zijn geweest voor de Nobelprijs van de vrede. Hij is – geheel onterecht – veel minder bekend dan Sappho, het paradepaardje van Lesvos. In een tijd waarin politieke onrust en onderdrukking schering en inslag waren (zoals ook tegenwoordig), bracht de wijze Pittakos rust en vrede, ook al was dat maar voor een overeengekomen periode van tien jaar, waarna de aristocratie haar tirannieke leven weer oppikte. Pittakos bleef echter een lichtend voorbeeld voor velen. Er zijn heel wat huidige staatshoofden die een voorbeeld zouden moeten nemen aan hem, maar de kans is groot dat ze zelfs nog nooit hebben gehoord van de Zeven Wijzen uit het oude Griekenland. Stel je voor dat Poetin Zelensky had uitgedaagd tot een duel, of dat Netanyahu Hamas vergiffenis had geschonken in plaats van zijn totaal uit de hand gelopen wraakactie? Helaas is er echter een nijpend tekort aan wijze mannen.