Het is mooi wonen aan de Egeïsche zee, maar soms bekruipt me een beetje heimwee naar de Noordzee. Het verschil tussen de waterplassen is huizenhoog: één is overwegend grijs en koud, de ander blauw en ’s zomers warm; de ene eindigt veelal op uitgestrekte zandstranden, de ander laat haar golfjes ook op keien of kiezelstenen uitlopen; de ene herbergt duinpannen achter het strand, de andere heeft vooral rotskust waar haar golven op stukslaan. Rotsen hebben niet veel meer te bieden dan enkele zoutpoeltjes of schelpen die halsstarrig aan de rotsen kleven in de spatzone. De duinen daarentegen herbergen vaak massa’s braamstruiken.
Ik mis vooral bessen (bosbessen!) en frambozen: de smaak van bramen (vatomoera) is het enige wat in de buurt komt van de zoet-zure smaak van bessen. Bramen plukken staat niet hoog in het vaandel van de Lesvoriaanse ‘wildplukkers’, terwijl op veel plekken de braamstruiken moeiteloos opgaan in het landschap. Wanneer de zomerse hitte is geluwd en toeren over het eiland weer in trek, spring ik meer dan eens uit de auto als er hagen vol bramenstruiken opdoemen. De bramen uit mijn jeugd waren groot en dik, de Lesvoriaanse variant is beduidend kleiner, maar wel rijk aan smaak. En super gezond.
Zo zeggen wetenschappers dat bepaalde stoffen in bramen de groei van een tumor kunnen remmen of het cholesterol kunnen verlagen. Bramen houden hartvaten schoon en worden al eeuwenlang gebruikt om een verkoudheid te genezen. De oude Grieken aten ze als middel tegen jicht.
Bramen plukken is echter niet zonder risico, want braamstruiken hebben volop stekels die zich graag vastzetten in je kleding of blote armen. In legenden en mythologische verhalen is deze plant dan ook niet echt geliefd: toen bijvoorbeeld Lucifer uit de hemel werd gedonderd, kwam hij neer in een stekelige braamstruik, waarop hij de vruchten vervloekte.
Volgens de Griekse mythologie kwam Bellerophon, zoon van koning Glaukos van Korinthië en kleinzoon van Sisyphos, ook hardhandig in contact met het stekelbos. Bellerophon was – net als zijn grootvader – geen lieverdje. Toen hij een akkefietje had met de koning van Lycië, wilde die hem doden, wat politiek niet handig was, dus werd de vlegel er op uitgestuurd om het vuurspuwende monster Chimaera te doden. Bellerophon kreeg hulp van Athena, die hem een gouden hoofdstel bezorgde om het gevleugelde paard Pegasos te berijden. Met diens hulp doodde hij het monster en werd hij een held. Het heldendom steeg hem echter naar het hoofd en op een dag besloot hij op Pegasos naar de top van de Olympos te vliegen om het godendom te verkennen. De beledigde goden lieten Pegasos steigeren, waarna Bellerophon in braamstruiken viel en hij door een doorn aan één oog blind werd. Hij sleet zijn verdere leven als eenzame kluizenaar en de bramen werden een symbool voor arrogantie.
Bramen plukken heeft echter niets arrogants, noch het serveren van vijgenijs met bramen of een bramentaart met slagroom. Maar bramen plukken is wel een kwestie van goed uitkijken, niet alleen voor de scherpe, gemene doorns, maar ook voor het weer. Hoe vaak werden wij in mijn jeugd niet overvallen door onweer in de duinen, waarna we in paniek naar huis holden, want het gebeurde nogal eens dat iemand werd geraakt door de bliksem. Sindsdien ben ik niet graag buiten wanneer er een onweer losbarst.
Op Lesvos gaan bramentijd en bliksem niet vaak hand in hand. Maar als er een buitje valt, heb je volgens de Grieken pech, daar bramen én vijgen na een plensbui oneetbaar worden wegens schuilende beestjes in het fruit. In andere landen meent men dat op de feestdag van aartsengel Michael (29 september) Lucifer de bramen vertrapt, zó erg haat hij dit fruit. Anderen menen dat Lucifer wraak neemt op de bramen tijdens Halloween (1 november), wat me rijkelijk laat in het jaar lijkt.
Weer of geen weer, Lucifer of beestjes, ik pluk ze gewoon wanneer ze rijp zijn. Bramen zijn een heerlijke combinatie met Griekse yoghurt, zodat ik aan bramenjam of -taart maken nog niet ben toegekomen. Wel aan vijgen-bramenijs: een verrukkelijke combinatie van beginnende herfstsmaken.