(Turkse minaret bij Parakila, Lesvos)
Het is bijna onmogelijk een vakantie op Lesvos door te brengen, zonder verre bergen in Turkije te zien liggen. Alleen in Sigri kijk je niet tegen een Turkse kust aan. Daar moet je het doen met een oud Turks fort dat in 1757 door een Ottomaanse Pasja werd gebouwd. Want ja, de Turken en de Grieken leefden eeuwenlang samen in het Romeinse, Byzantijnse en Ottomaanse Rijk. Niet altijd vreedzaam, maar toch innig genoeg om van dezelfde muziek en hetzelfde eten te genieten.
Een Bulgaarse filmmaker, Adela Media, maakte een documentaire over een liedje dat in de gehele wereld kan worden meegezongen, maar vooral in de Balkanlanden bekend is, zoals in Griekenland en Turkije. Whose is this Song? gaat over de roots van dit populaire deuntje, dat door veel landen als het hunne wordt geclaimd. Wikipedia presenteert het als een Turks volksliedje: Kätibim; over een zwoel uitziende kantoorklerk, die het hoofd van vele vrouwen op hol bracht. Griekenland kent zelfs meerdere uitvoeringen met dezelfde melodie (onder andere: Ichasa mandili, O Vangelis, Eskoetari).
Een ander voorbeeld van Griekse muziek met een Turks verleden is de rebetika, een oriëntaalse muziekstroming die begin 20ste eeuw meekwam met Griekse vluchtelingen uit Smyrna (het huidige Izmir). Het groeide uit tot verzetsmuziek, zoals te zien is in de film Rembetiko (Kostas Ferris, 1983). Ook de film Djam (Tony Gatlif, 2017), deels in Skala Loetron (Lesvos) en in Istanbul opgenomen, laat deze hartstochtelijke muziek door zowel Griekse als Turkse aderen stromen.
Ook heel wat Griekse en Turkse gerechten kennen een gemeenschappelijk verleden. Het is vaak onmogelijk om de echte oorsprong van een gerecht te achterhalen, want veel gerechten zijn beïnvloed door de keukens uit het Midden-Oosten en Centraal-Azië. Alleen het auberginegerecht Imam Bayildi kan worden teruggeleid naar de Turkse legende over een imam die zo onder de indruk was van deze schotel, dat ie flauwviel uit puur genot, zodat het gerecht nu de fantasierijke naam heeft van ‘flauwgevallen imam’. Maar wat als dit gerecht zou zijn bereid door een Griekse kok?
De Grieken hebben fassoles, witte bonen die vaak met wortelen en selderie in een tomatensaus zwemmen, terwijl de Turken kale witte bonen serveren als kuru fasulye. Ik denk dat ze op Lesvos stiekem het Turkse recept aanhouden: niets is lekkerder dan een bordje enkel witte bonen met een genereuze scheut olijfolie er overheen.
Mijn mond waterde een beetje toen ik een Turks recept las van dolmas, de Turkse naam voor dolmades: kennelijk hield een Ottomaanse sultan veel van wijnbladeren gevuld met een mengsel van kersen, rozijnen, kaneel, peterselie, dille, piment, citroensap, olijfolie en rijst, terwijl de Grieken hun bladeren vullen met rijst, gehakt, venkel, mint, uien, citroensap en olijfolie.
Baklava, dat vrijwel wereldwijd dezelfde naam heeft, komt oorspronkelijk uit Perzië. De Grieken verpakten deze zoete hap in papierdun filodeeg en de Ottomanen verrijkten het vervolgens met kaneel, kardemom en kruidnagels. Tegenwoordig bereiden de Grieken baklava met walnoten, terwijl de Turkse versie ook pistache- en hazelnoten bevat.
Turkse caciki bestaat net als Griekse tsatsiki uit yoghurt, knoflook en komkommer. Ook Griekse en Turkse koffie verschillen alleen in naam, net zoals de moussaka, die oorspronkelijk ook uit de Arabische keuken stamt. ‘Some like it hot’, zoals de Turken, die graag pepertjes in hun salade gooien, terwijl de Grieken hun salade opleuken met feta. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
De Grieken vonden de wijn uit en begonnen te koken met olijfolie, Turken lieten zich door de Perzen verleiden met rijst, suiker en andere zoetigheden. Kebab en platte broden pikten ze van nomadische volkeren, waarna de Grieken er hun eigen versies aan gaven. Griekse gerechten zijn minder zwaar gekruid en simpeler in het gebruik van verse producten, maar de Turken houden van pittig. Een romantische film om honger van te krijgen is A touch of spice (Tassos Boumetos, 2003). Deels over kruiden, deels historisch: over de laatste groepen Griekse bewoners die met muziek, recepten en al uit Istanbul werden verdreven (1978).
De eeuwenlange Ottomaanse bezetting eindigde op Lesvos in 1912, waarna tijdens en na de Grieks-Turkse oorlog in 1922 veel Griekse vluchtelingen uit Turkije het eiland overspoelden. Tegenwoordig steken opnieuw duizenden mensen de Egeïsche Zee over, nu zijn het Turkse toeristen; afgelopen weken waren het er al 13.000. Hongerig vallen ze de Lesvoriaanse restaurants binnen, waarvan sommige zich wapenen met veel te hoge prijzen en andere hun buren uit het oosten verwelkomen met menu’s in het Turks. Ditmaal worden de Turken met open armen ontvangen en kunnen ze hun recepten weer met elkaar gaan vergelijken. Misschien nemen ze feta mee terug om in hun salade te doen, gooien ze wat tomaten bij hun witte bonen of gaan ze druivenbladeren anders vullen: voor een nieuwe generatie Turks-Griekse recepten.