Het gemurmel van kleine golfjes, die zich laven aan gekleurde kiezels op het strand, klinkt als een zoete symfonie, die je langzaam in slaap sust. De zon omhelst je als een warme deken, het kabbelende water strekt zich loom uit tot aan de horizon, waar dromerige contouren van een ander land opdoemen: het is de betovering van een zomer aan de Egeïsche kust.
De hemelsblauwe Egeïsche zee is ooit ontstaan door onvoorstelbare natuurkrachten. Eerst was er de oerzee Tethrys, die slechts één continent omarmde, Pangea, in tijden dat zelfs de homo sapiens er nog niet rondscharrelde. Toen begonnen er stukken land af te breken, viel de aardkorst uiteen in verschillende tektonische platen en de wereld in continenten, gescheiden door die ene oerzee, die overal andere namen kreeg. Zo ontstonden onze zeeën en oceanen.
De Egeïsche zee werd vernoemd naar een stad uit de oudheid, óf naar een Amazone-koningin, beide Aegea geheten. Of naar koning Aegeus van Athene: toen zijn heldhaftige zoon Theseus zich inscheepte om de maagden-verslindende Minotaurus in een labyrint op Kreta te verslaan, beloofde hij zijn vader dat hij bij thuiskomst witte zeilen zou hijsen, ten teken dat hij de gevaarlijke expeditie had overleefd. Hij versloeg het monster en dronken van euforie en liefde op zijn terugtocht, vergat hij de afspraak met zijn vader: hij kwam met bollende zwarte zeilen aanzetten, waarop de wanhopige Aegeus zich in de golven wierp van de zee, die weldra naar hem werd vernoemd.
Tegenwoordig springen duizenden mensen in de golven, maar dan om vrolijk rond te poedelen. In de tijd van Aegeus was zwemmen nog geen recreatiesport; je had hoogstens mensen die met een kordate slag een rivier wisten over te steken of in zee naar vissen, sponzen of parels doken.
Pas rond 1850, toen bekend werd dat zeebaden gezond waren, kreeg het strand aantrekkingskracht. Ruim een eeuw later overspoelde massatoerisme de Mediterrane kusten, dankzij de verworven rechten van de arbeiders op vakantiedagen en hogere lonen. Ervoor waren het voornamelijk de rijken, die als toeristen-pioniers vol extase de landen rond de Middellandse zee uitplozen en daar villa’s aan zee huurden of bouwden.
Nu dromen veel mensen van een huis aan de Egeïsche zee, terwijl het vroeger juist een nachtmerrie was: het strand was een gevaarlijke plek waar bloeddorstige piraten aan land kwamen en waar treurige scheepswrakken aanspoelden. De kust werd hoogstens bemand door arme vissers; hun dochters hadden geen enkele kans op een goede trouwpartij.
De tijden zijn drastisch veranderd, net als de kust. Toen miljoenen jaren geleden door botsende platen vulkanen ontstonden, die het lava vanuit het kokende binnenste der aarde naar boven stuwden, lag Sigri niet aan zee. Er was een oerbos op die plek, getuigen de vele versteende sequoia’s (boomsoort met mythische hoogten). Misschien was Lesvos toen nog geen eiland en lag het nog vastgeketend aan het Afrikaanse continent, vol prehistorische dieren die de boel onveilig maakten.
Nadat het eiland was ontstaan tijdens een verschrikkelijke woede uitbarsting van de natuur, raakte de aardkorst niet uitgespeeld met aardbevingen. De Golf van Kalloni ontstond en een van Lesvos’ vroegere steden, Pyrra, kreeg een zeemansgraf vlak voor het huidige Achladeri. Ook het trotse Andissa werd grotendeels onder water geduwd. Stukken van zijn stads- en havenmuren staan nu te kniezen boven de golven in Oud-Andissa. Recente opgravingen bewijzen dat in de buurt van – of onder – Lisvori ook een florerende stad moet hebben gelegen.
Tijdens de historische oorlog rondom Troje, die zoveel prachtige literatuur en ontelbaar veel mythologische helden heeft opgeleverd, lag Pètra – als ze al bestond – niet waar ze nu ligt: de haven waar Achilles zijn boten aanmeerde om het noorden van Lesvos te veroveren, lag een stuk verder landinwaarts, in de richting van de Molenvallei. Het vlakke land waar Pètra zich nu lui uitstrekt, ontstond door landverschuivingen en modderstromen. De beroemde Maria-kerk, op de gigantische rots midden in het dorp, werd vroeger omgeven door water.
Mytilini ontstond op een eilandje voor de kust. Een kanaal tussen de zuidelijke en noordelijke haven scheidde het van het vasteland, tot de stad begon uit te dijen, het kanaal dicht te slibben en de fraaie marmeren bruggen geen functie meer hadden. De grote winkelstraat Ermou geeft aan waar ooit het kanaal liep. Op een landkaart van Lesvos uit 1597 staat het met sierlijke gebouwen volgestouwde eilandje Mytilini als een avondster te stralen. De maker Giacomo Franco was kennelijk niet onder de indruk van de rest van Lesvos, want er klopt niet veel van het noordelijk en westelijk deel van het eiland, waar het gissen is waar Mythimna (Molyvos) ligt, Pètra bijna met de voeten in de Golf van Kalloni steekt en Sigri vermoedelijk door zeerovers is weggevoerd. Op andere kaarten dezelfde onduidelijkheid, of zouden dat kopieën van elkaar zijn geweest? Een meer herkenbare kaart uit 1607 of 1612 laat wel Mythimna zien, maar heeft Pètra met kerkje en al weggegomd. Oude landkaarten van Lesvos, met mysterieuze kastelen, rivieren en eilandjes zitten vol met dit soort enigma’s.
De zee is nog lang niet klaar met zijn capriolen. Wetenschappers zeggen dat de continentale platen naar elkaar toe dobberen, ook al is dat maar enkele centimeters per jaar. Op den heel lange duur zal de gehele Middellandse zee, inclusief de Egeïsche zee verdwijnen. Maar tegen die tijd hebben we de planeet aarde allang zelf om zeep geholpen.