(Kafenion in Loutrathermi)
Epicurus (341 tot 270 v.Chr.) is niet een van de meest bekende Griekse filosofen. Hij is de grondlegger van een filosofie die je zou kunnen omschrijven als de leer van het persoonlijk geluk. Hij streefde naar genot, zowel lichamelijk als geestelijk (ataraxia), een staat waarin je natuurlijke behoeften bevredigd werden. Zo kon je al gelukkig zijn als je te eten had. Geen overdaad, dat schaadt, volgens deze filosoof, net zoals je moest proberen uit de schijnwerpers te blijven. Een ander aspect van zijn geluksfilosofie was dat het hebben van vrienden zeer waardevol was.
De Epicurische gedachte past het leven op Lesvos wel. Vroeger echter waren de Lesvorianen helemaal niet gecharmeerd van deze filosoof, die voor enkele jaren in de hoofdstad Mytilini was neergestreken om er les te geven. De meeste scholen hingen in die tijd de filosofie van Plato en Sokrates aan, maar Epicurus vond dat de Platonisten te veel naar rede luisterden en te weinig hun geluk achterna jaagden. Het is niet precies bekend wat er in Mytilini daadwerkelijk gebeurde in 306 v.Chr., maar het is een feit dat Epicurus midden in de winter in grote haast het eiland verliet. Hij beweerde dat een volksopstootje hem te gevaarlijk werd, maar hij werd waarschijnlijk gewoon van het eiland gesodemieterd wegens subversieve ideeën.
Tegenwoordig zou Epicurus zich op de borst kunnen slaan: de Lesvorianen houden van een simpel leven en benaderen het gevoel van ataraxia. Een hapje op z’n tijd, een drankje en een leven zo dicht mogelijk bij de natuur. Zo komen we weer bij die beroemde mediterrane keuken: simpel, vers, met veel groenten en granen. Een boerenkeuken die gericht is op de basisbehoefte aan voedsel. Bovendien is Grieks tafelen niet alleen om de honger te stillen, maar ook om sociaal genot te beleven: de Grieken eten het liefst met zoveel mogelijk mensen.
Een manier om de kleine honger te stillen, is de nationale drank te drinken: wanneer je een ouzo bestelt in een kafenion, krijg je daar traditioneel hapjes bij geserveerd: pikilia of mezèdes. Vervolgens is het afwachten wat je krijgt. Het kan een schoteltje met olijven, een stukje kaas en een stukje brood zijn, maar in veel kafenions hier op het eiland vindt moeder de kok dat niet genoeg en raadpleegt ze haar voorraden om het ene schoteltje na het andere op tafel te toveren: een visje, gebakken aubergines of paprika’s, worstjes, kikkererwten, witte bonen of fava, patat, feta, geitenkaas of ladotiri (geitenkaas op olie), groenten die ze net van het land heeft geplukt, of wat een visser of boer die dag voorbij heeft gebracht. En wanneer je de weinige euro’s wilt betalen die dit alles kost, blijkt moeder de kok nog lang niet klaar te zijn met haar kookkunsten en lokt ze je weer aan tafel met een tweede glaasje ouzo.
Na grote wandelingen geeft een ouzo in zo’n pittoresk kafenion beslist een ataraxia-gevoel. Dan strijken we met onze vermoeide benen neer in kafenions, verstopt op kleine dorpspleinen, waar geen toerist ooit is geweest. We zoeken in zo’n geval naar de meest traditioneel uitziende kroeg en dat stelt nooit teleur. Hoewel we regelmatig zo’n tentje binnenlopen aan het eind van de middag tussen 4 en 5, wanneer de meeste Grieken nog op één oor hun siësta liggen te doen, is het hartverwarmend hoe je in zo’n slaperig kafenion wordt ontvangen. Het frituurvet wordt snel opgewarmd, enkele stoelen worden rechtgezet en de avond kan beginnen.
De stoffige en slecht verlichte kafenions waar, verspreid over tafeltjes, oude mannetjes urenlang aan hun koffie zitten te lurken, verdwijnen echter in rap tempo. De traditionele, kleine restaurants, versierd met hel lichtgevende tl-balken, serveren misschien nog wel ongevraagd mezèdes bij de ouzo, maar in de moderne restaurants duwen ze gewoon de menukaart onder je neus. Moderne cafés hebben geen zwartgeblakerd keukentje waar kleine gerechten worden bereid, onder planken vol met stoffige flesjes kleurrijke ouzo. De jongere generatie heeft bovendien vaak geen zin om iets te bereiden bij je drankje. Je kunt een handjevol pinda’s of geroosterde amandelen krijgen, zowel bij je ouzo als bij je whisky.
Eens komt er een tijd dat ook de jongeren zich zullen realiseren dat met die oude tentjes er een waardevolle én gezonde traditie teloor is gegaan. Een kafenion dient niet alleen als opvang voor de ouderen, maar ook als een gelegenheid om even je honger of dorst te stillen en waar de gerechten uit grootmoeders kookpot tongstrelend zijn: een plek waar je even van het Epicurische geluk kan proeven.
(Veel van deze plekken zijn vastgelegd door de Griekse fotografe Tzeli Hadjidimitriou in haar fotoboek: 39 Coffee houses and a barber’s shop of Lesvos).