In de tuin van de Hesperiden

(Bergamot)

Citrusvruchten kun je niet meer wegdenken uit ons basisvoedsel en al helemaal niet uit de Griekse keuken. Sinaasappels en citroenen vormen de bekendste spruiten uit deze fruitfamilie. Geliefd voor hun sap. Maar er zijn veel meer telgen, waarvan sommige in de ogen van veel mensen als vreemde eenden in de bomen hangen.

Griekse straten worden vaak gesierd door sinaasappelbomen, waarvan de oranje vruchten je in de donkere winter vrolijk toelachen. Ik begreep niet waarom inwoners van dorpen en steden niet dagelijks in de bomen klimmen om de vruchten te oogsten. Maar de meeste bomen dragen zure sinaasappels (Citrus aurantium) en wanneer ze langs het voortrazende verkeer staan, neemt hun schil zware metalen op en kun je ze maar beter laten hangen.

Maar wanneer de nerantzes – zoals ze in Griekenland heten – ver van drukke wegen groeien, in tuinen en landelijke gebieden, worden ze wél geplukt. Deze Griekse koningin van het citrusfruit staat garant voor heel wat delicatessen. De Engelsen maken er hun geliefde marmelade mee, net zoals sommige Turken die deze jam als nagerecht serveren. Van gedestilleerde bloesemblaadjes wordt oranjebloesemwater gemaakt (anthonero portokalioe).

De smaakmakers zijn echter vooral de schillen. Zij zorgen voor een exotisch tintje in bijvoorbeeld Belgisch witbier, Cointreau of Curaçao likeur. Of voor de traditionele Griekse lekkernij gliko toe koetalioe, oftewel “zoet van de lepel”: kleine stukjes smeuïg geconfijt fruit, geserveerd op een klein gebaksschoteltje.

Lesvos ligt bezaaid met kleine en grotere citrusgaarden, waarvan die met zoete sinaasappels bij Thermi en Parakila het meest produceren. De bomen fleuren menig tuintje op in stille dorpen of laten hun fruit zachtjes schommelen in de vele volkstuinen die het eiland telt. Hun kleurrijke fruit is een lust voor het oog, maar soms registreer je wel eens iets vreemds. Zoals citroenen met zwaar bobbelige schil. Dat is dan hoogstwaarschijnlijk een sukadeboom (Citrus medica). Ik moet bekennen dat ik me vaag herinner zo’n boom gezien te hebben, maar helemaal zeker ben ik er niet van. Op Lesvos staan vast wel enkele sukadebomen, maar lang niet zoveel als op Naxos, een Grieks eiland dat er vol mee staat.

De cederappel (de vrucht van de sukadeboom) wordt beschouwd als een van de grootouders van de citrusvruchten en is waarschijnlijk geboren aan de voet van de Himalaya in India. Wanneer hij Griekenland binnenrolde, is niet bekend. Wel wordt gedacht dat de door Theophrastos (c. 371 – c. 287 v.Chr.) vermelde Medische (of Perzische) appel de vrucht van de sukadeboom is. Snijd je deze hobbelige vrucht open, dan vind je meer schil dan vruchtvlees of sap. De dikke schil van de cederappel wordt geconfijt tot zoete blokjes (sukade) en gebruikt in krentenbrood of andere zoete koek. Ook in Griekenland worden de schillen in suikerwater gekookt en dan gepresenteerd als “zoete kitro van de lepel”: gliko toe koetalioe kitro. Hier schemert de Griekse naam voor cederappel door: kitro, in het Engels “citron”, wat verwarrend is met talen zoals Duits, Frans of Nederlands die er een ander citrusfamilielid mee benoemen: de citro(e)n.

De vrucht die zijn naam deelt met een kruidenplant, is de bergamot (Citrus bergamia). Wanneer je in je ogen moet wrijven omdat je een boom ziet met enorme grapefruits, sommige zo groot als meloenen, dan zijn dat waarschijnlijk deze zoetgeurige vruchten. Hun smaak is zó zuur, dat het binnenste oneetbaar is. Ook de bergamot sinaasappelen zijn alleen geliefd vanwege hun schil. Deze vrucht is vooral erg gewild voor haar rijke aroma en de olie die uit de schil wordt gedestilleerd. Bergamot vind je in talrijke parfums en in de beroemde earl grey thee. Het is een specialiteit in de Italiaanse streek Calabrië, maar ze groeien ook in Griekenland waar ze ze voornamelijk konfijten. Op Lesvos kom je hier en daar een bergamotboom tegen.

De godin van de aarde schonk Zeus en Hera als huwelijkscadeau een wonderlijke tuin waarin gouden appels groeiden, die onsterfelijkheid gaven aan eenieder die er van at. Zeus en Hera waren niet echt menslievende goden en lieten deze tuin bewaken door bevallige nimfen, de Hesperiden, met als versterking een angstaanjagende draak met honderd koppen. Een van de opdrachten van de Griekse held Herakles – die als boetedoening voor de moord op zijn kinderen zware taken moest uitvoeren – was het stelen van zo’n appel. Hij wist de draak te doden maar wat er met de appel is gebeurd, is niet duidelijk. Wel vermoedt men dat een van de appels de beroemde gouden appel was waarmee Eris, de godin van de onenigheid, de Trojaanse oorlog veroorzaakte.

Slechts weinig mensen geloven dat het appels waren die zo goud in de bomen blonken. Sommigen zeggen dat het kweeperen waren, andere denken dat het sinaasappels waren of citroenen. Of misschien waren het wel cederappels of bergamot sinaasappels. Feit is dat wanneer je in deze winterdagen door het Lesvoriaanse landschap wandelt, je soms het idee hebt dat je in de beroemde tuin van de Hesperiden terecht bent gekomen.