Eindelijk is de winter gearriveerd op Lesvos. Boreas, de noordenwind, buldert vrolijk over het eiland en heeft de temperaturen aanzienlijk doen zakken, want hij heeft ook zijn dochter op sleeptouw genomen: Chione, godin van de sneeuw. Zij heeft het merendeel van het eiland met een dun laagje ijskoud wit dons bedekt.
Ik zeg wel eens gekscherend dat het een wind uit Siberië is die ons naarstig naar sjaals, mutsen en handschoenen doet zoeken. Misschien zit ik daar niet ver naast, want de god van de noordenwind, Boreas, wordt geacht om in noordelijke bergen te wonen. Hun eeuwig besneeuwde toppen beschermen een land, vrij van Boreas’ streken, waar warmte en geluk heersen, waar een mythologisch volk gelijk reuzen woont en waar men wel duizend jaar oud kan worden: Hyperborea. Een van de vele verhalen rond dit paradijs is, dat Hyperboreeërs de apollinische tempels en hun orakels in Delphi en Delos hebben gesticht.
Hellanikos van Lesvos was een logograaf, een duur woord voor geschiedschrijvers uit de oudheid. Logografen hadden de taak om mythen te scheiden van feiten, wat in die tijd zonder internet best een herculeswerk zal zijn geweest. Hellanikos werd in 490 v.Chr. in Mytilini geboren en stierf zo’n 85 jaar later ergens aan de overkant van Lesvos, op het hedendaags Turkse vasteland. Hij was in zijn tijd beroemd, maar werd door latere wetenschappers niet altijd meer honderd procent geloofd, ook al schreef hij talrijke boeken, zoals over de geschiedenis van Attica en de Peloponnesische oorlog, de geschiedenis van Troje en Perzië, en over de priesteressen van Hera in Argon. Alleen al het feit dat hij – zoals zoveel andere wetenschappers uit de oudheid – geloofde dat Hyperborea achter de Ripheische bergen lag, spreekt al boekdelen, want dat is ook zo’n mythologisch gebergte waarvan niemand met zekerheid kan vaststellen waar dat zouden moeten liggen. Het merendeel van de verhalen over deze bergketen komt bovendien voornamelijk van de Grieken.
Misschien dienden de Ripheische bergen als voorbeeld voor de grote muur uit de tv-serie Game of Thrones: een muur van ijs en sneeuw in het hoge noorden, die onze wereld scheidde van een rijk dat werd bevolkt door dolende doden. Alleen geloofden de oude Grieken – en zelfs enkele Romeinen – dat de bergen vol eeuwige sneeuw een warm land van melk en honing verborgen. Misschien waren het wel de Alpen, de Oeral of de Karpaten. Feit is dat pas in de zestiende eeuw de naam van het Ripheische gebergte van de wereldkaarten verdween, terwijl al vanaf de middeleeuwen Hyperborea een uitdrukking werd voor “een gebied aan de rand van onze bewoonde wereld”.
Niet iedereen dacht dat Hyperborea achter het Ripheische gebergte lag. Een aantal geleerden meende dat dit mythische land in Engeland lag, “voorbij Boreas”, dat wel. Ik kan me heel goed voorstellen dat de koude wind vanuit Engeland komt aanwaaien, maar niet dat Engeland een warm en paradijselijk oord zou herbergen. De Kelten waren geen reuzen en de koele stenen van Stonehenge lijken mij ook niet het centrum van een gelukkig rijk. Astroloog Ptolemaeus en geograaf Markianos van Heraclea Pontica plaatsten Hyperborea plompverloren in de Noordzee en noemden dat water dan ook de Hyperboreeische Oceaan. Maar hoe kan er in die donkere en koude Noordzee nou een warm land liggen? Je zou bijna aan Atlantis denken.
Anderen, zoals de filosoof Plinius de Oudere, de dichter Pindaros en de historicus Herodotos, maar ook de Romeinse dichter Vergilius en de staatsman en filosoof Cicero dachten meer aan het poolgebied, omdat zij beweerden dat in Hyperborea de zon maar eens in het jaar opkwam en onderging, en dat lijkt op het gebied boven de noordpoolcirkel. Nu is Siberië weliswaar geen noordpool, maar het ligt er niet ver vandaan, dus zeggen dat Boreas uit Siberië komt geraasd, is helemaal niet zo’n slecht idee.
Hellanikos heeft naar mijn weten niets belangrijks over zijn eiland Lesvos geschreven. Hij werd ongeveer een kleine eeuw na Sappho geboren die Lesvos min of meer als een paradijs beschreef. En de Romeinen beschouwden Lesvos als een ideaal vakantieoord met prachtige natuur. Wanneer Boreas met zijn ijskoude wind het eiland niet teistert, komt Lesvos best wel een beetje in de buurt van Hyperborea. Dat geen enkele vroegere wetenschapper ooit dat idee heeft geopperd, valt me toch goed tegen van die oude Grieken, Hellanikos voorop.