Over de jaargetijden en speciaal de winter.
In Griekenland is dat koude, natte seizoen (chimonas) op veel winterdagen ver te zoeken: de temperatuur probeert regelmatig naar zomerse hoogte te klimmen, en zodra de eerste plensbuien de aarde hebben bevochtigd, zetten veel planten een groeispurt in en steken sommige bloemen hun kopjes al boven de grond voordat officieel de winter is begonnen.
Heel lang geleden had je zelfs geen winter in Griekenland. Toen deze wereld nog door de Olympische goden werd bestierd, had je een stelletje godendochters, de Horen, die verantwoordelijk waren voor de seizoenen, de uren van de dag en de poort naar de Olympos. Volgens Pausanias verzorgden drie van deze Horen de jaargetijden: Thallo, Karpo en Auxo. Volgens andere schrijvers had je nog een ander trio: Eunomia, Dike en Irene, maar om het niet te ingewikkeld te maken, houd ik me bij het drietal van Pausanias. Deze jongedames (zo stel ik ze me voor) speelden in grazige weides wanneer Thallo de planten liet groeien (anixi = lente), spartelden in de golven wanneer Karpo zorgde voor een warme zee (kalokèri = zomer) en aten hun maagdelijke buikjes vol als Auxo goede oogsten produceerde (ftinoporo = herfst). Chione, dochter van de koude noordenwind Boreas, raakte bevriend met hen en strooide wel eens met een sneeuwbui. Boreas heeft daarop – onder de naam Kheimon – een seizoen opgeëist voor zijn sneeuwkoningin: sindsdien had Griekenland opeens vier seizoenen. Dat Kheimon onnodig zijn zin doordreef, bewijst menige Griekse winter waarin de herfst en voorjaar naadloos op elkaar aansluiten. De Grieken zeggen dan ook dat de winter pas in februari begint en in maart alweer plaatsmaakt voor de lente. Dus veel tijd is er niet voor Kheimon om het eiland te pesten met gladde wegen en ijzige wind.
Het is fascinerend om te zien hoeveel microklimaten Lesvos heeft. In de bergen is het altijd kouder, Kalloni (en zijn vlakten) meet in de zomer de hoogste en in de winter de laagste temperaturen, Plomari kent vooral in het voor- en najaar en in de winter een aangename, zuidelijke warmte, bergdorp Ayasos wordt minstens een maal per jaar met een deken van sneeuw toegedekt, Sigri heeft een gematigd klimaat en zit zelden zonder wind, in het noorden is Eftaloe (bij Molyvos) tijdens de zomer en winter meestal wat koeler, en Mytilini waait met alle winden mee.
Men zegt dat de meeste regen rond de golf van Jèra terechtkomt. Echter enige jaren geleden werd Ayasos na hevige regenval verrast door desastreuze modderstromen en bleven dorpen zoals Akrasi, Ambeliko en Stavros niet gevrijwaard van weggeslagen wegen. Kalloni loopt regelmatig onder water dankzij een slechte waterhuishouding, en dit jaar waren het Erèsos en Andissa die behoorlijk wat waterschade hadden te melden.
Want de afgelopen maanden was het vooral nat, zodat talrijke rivieren die ’s zomers alleen aan hun droge bedding zijn te herkennen, nu vrolijk stromend paadjes en wegen blokkeren (meestal kun je er pootje badend wel doorheen). Boreas liet pas afgelopen week echt van zich horen, maar zijn dochter bleef thuis. Zodra hij moe was van zijn geblaas, konden de goed begoten amandelbomen weer ademhalen, en nu openen ze schoorvoetend hun frêle roze-witte bloesems. Wee o wee degene die Boreas nu nog kwaad maakt: dan kunnen we de amandelen, net zoals vorig jaar toen Chione – wie weet – een lustrum vierde met heel veel sneeuw, wel vergeten.
De Horen en Kheimon werden op een gegeven moment opzij gezet door Demeter, die een beter verhaal had voor de seizoenen: ze had haar dochter Persephone verloren aan Hades in de onderwereld, en Persephone mocht maar een keer per jaar haar moeder bezoeken: dat was tijdens de zomer. Wanneer Demeter zich verheugde op de komst van haar dochter, liet ze alles groeien (lente), en wanneer haar dochter weer terugging, huilde ze tranen met tuiten en verslapten alle planten (herfst). In de wintermaanden zal ze wel doelloos naast de kachel hebben zitten sippen, terwijl er buiten nog genoeg te oogsten viel: olijven, paddestoelen, citrusvruchten en kruiwagens vol wilde groenten. Haar seizoensverhaal klopt niet: in de winter groeit er nog genoeg. Januari telt bovendien traditioneel ook zomerse dagen: tijdens de Alkyonides dagen (een à twee weken) kun je je wintergarderobe in de kast laten hangen, terwijl de ijsvogels in alle rust kunnen paren en hun nesten bouwen. Dan zit Demeter vast te skypen met Persephone, een kleine opleving in haar verdrietige hart. Maar consistent is ze niet, want afgelopen januari hebben we vergeefs gewacht op dat heerlijke weerfenomeen.
Als ik het voor het zeggen had, zou ik Demeter aan de kant zetten, de drie bevallige Horen weer in ere herstellen en die ijselijke Boreas met zijn Kheimon-pseudoniem naar Hades sturen. Drie seizoenen brengen een hoop minder verwarring op het eiland en dat zal de beste reclame voor het wintertoerisme op de Griekse eilanden zijn: daar waar de winter geen voet aan land zet! Ik luister naar de vogels en kijk naar de bloemen… Ze zijn het ermee eens: het is nu geen winter, maar vroeg voorjaar.