Over de Griekse, traditionele vissersbootjes.
In het verhaal De madonna met de vissenstaart van Stratis Myrivillis stapt een visserman uit Sykaminia in zijn vissersbootje om Mytilini te bezoeken. Vroeger verplaatsten heel veel mensen zich per boot. Zelfs wanneer je van de hoofdstad naar Molyvos reisde, kon je wachten op een veerboot die weliswaar van ver kwam, maar wel voor een regelmatige verbinding zorgde. Over het water was sneller en comfortabeler dan om op de rug van een paard of ezel over de ruige bergen te sjokken.
Griekenland was een varende natie, en er wordt zelfs beweerd dat de eerste bewoners per boot aankwamen. Maar dat geloof ik niet, tenslotte zat bijvoorbeeld Lesvos gewoon aan het Aziatische plat geplakt, van waaruit jagers, mammoeten, prehistorische olifanten en apen de boel hier kwamen verkennen. Die jagers zullen bij het zien van zoveel water aan het vissen zijn geslagen en het zal niet lang geduurd hebben, voordat ze boten gingen bouwen om meer vis binnen te halen.
In de klassieke oudheid vormden oorlogsschepen de belangrijkste vloot. Werden de geschillen niet op zee uitgevochten, dan werden de troepen wel over de golven aangevoerd, zoals tijdens de Trojaanse oorlog en bij de Slag van Marathon tegen de Perzen. Ook de mythologie kent heel wat avontuurlijke zeetochten, waarvan die van superman Odysseus die zijn weg naar huis niet kon vinden, de bekendste is. Die had natuurlijk nog geen astrolabium, een instrument om uit te vinden waar je op zee bent, dat ofwel in de 2de eeuw v.Chr. door de Griekse wiskundige Hipparchos werd uitgevonden of pas in de 4de eeuw n.Chr door de eerste vrouwelijke, Griekse wiskundige Hypatia, maar daar zijn de wetenschappers het nog niet over eens. Vanaf die tijd kon je dus niet meer bij je vrouw aankomen met de smoes dat je verdwaald was op zee. Handel en oorlog, ja, en ook visserij om al die monden te voeden.
Eind 19de eeuw bloeide de handel op Lesvos en kwam men handen tekort bij de scheepsbouwers, die op verschillende plekken op het eiland faam verwierven wegens hun vakmanschap, zoals in Plomari en Perama. Eerst werden geschikte bomen uitgezocht, en dan begon het zagen en timmeren. Het was een vak dat van vader op zoon werd doorgegeven.
Een van de geneugten in hedendaags Griekenland is je koesteren in de schaduw van een terras in een haventje, of juist in de zon wanneer de zomer nog niet is aangetreden. Genieten van over het water scherende, schreeuwende zeemeeuwen, golfjes kabbelend aan de kade, scholen nieuwsgierige vissen in het heldere water die komen kijken of er nog wat kruimels te halen vallen, slenterende mensen of een door weer en wind getekende visserman die zijn kleurrijke netten boet. De kleine bootjes schommelen zachtjes in de deining, hun bonte kleuren weerspiegeld in het water, vaak gefotografeerd als een schitterend abstract schilderij.
Skala Sykaminia, Molyvos, Gavathas, Skala Loutron, Plomari, Skala Mystegnon:het zijn maar een paar van de vele haventjes op het eiland. Lesvos heeft meer haventjes dan terrasjes aan zee. En wanneer het zo door gaat, ook meer terrasjes dan traditionele vissersbootjes, en meer traditionele vissersbootjes dan scheepsbouwers.
Europa wil het visquotum verlagen, dus hebben ze de onzalige subsidie bedacht voor het vernietigen van de eens met liefde gebouwde, kleurrijke houten vissersbootjes. Alsof de kleine vissers de oorzaak zijn van overbevissing! De zee begint dusdanig leeg te raken, dat lokale vissers zich gedwongen voelen te kiezen voor deze botte regeling, opdat ze hun hongerig maag nog een beetje kunnen stillen.
Twintig jaar geleden bestond de Griekse traditionele vissersvloot uit wel 14.200 bootjes. Nu zijn dat er nog zo’n 2.000. Wanneer deze getallen dieren zou betreffen, zouden die onmiddellijk op de lijst komen van uitstervende soorten. Wie beschermt de lokale Griekse vissers, de scheepsbouwers en hun traditionele bootjes?
Toen ik laatst in Palios was, zag ik er de trieste karkassen liggen van menig houten bootje. Maar die waren niet Grieks. Turkije valt niet onder de Europese subsidieregeling,dus die hebben een andere manier om van hun oude, houten bootjes af te komen: ze verkopen ze voor dik geld aan mensensmokkelaars, die zoveel mogelijk vluchtelingen op zo’n bootje proppen en ze het ruime sop laten kiezen. De meeste bootjes overleven de illegale landing op de rotsachtige bodem van Lesvos niet. Soms moet ik weleens huilen om een fraai bewerkt bootje, ooit met zoveel liefde gebouwd en nu als smokkelwapen ingezet om eerloos te sterven.
Er wordt grif geld uitgegeven om antieke boten bloot te leggen die eeuwen geleden op de bodem van de zee hun graf vonden. Maar er wordt ook grif geld uitgegeven om museumstukken te vernietigen. Rare wereld tegenwoordig…