Nederlanders praten altijd over het weer, wordt wel gezegd. Nou, kijk dan maar eens naar de Grieken. Terwijl het Nederlandse journaal alleen maar kissebist over de falende politiek en de Siberische winter langzaam vanuit het oosten Europa binnensluipt, heeft het Griekse nieuws de mond vol van deze naderende sneeuw en koude.
We zijn al een week lang voorbereid op de lage temperaturen. Een paar dagen geleden voorspelde men een temperatuur van -11 °C voor Lesvos. Dan schrik je wel even als je dat ziet staan, want ik kom dan wel uit het koude noorden, maar op een eiland vol natuur die slechts enkele graden vorst kan verdragen, is dat geen prettig vooruitzicht.
Lesvos werd in de 19de eeuw getroffen door 3 grote rampen. In 1836 brak de pest uit op het eiland en vielen er zo’n 25.000 doden. In 1867 zorgde een aardbeving voor grote schade en ellende. De derde ramp was de Grote Kou (Kais) die op 12 januari 1850 totaal onverwachts dood en verwoesting zaaide.
Volgens een fragment uit het boekje Froso’s Little Violets van Prodromos Anagnostou zette een bittere, winterse koude in op de avond van 11 januari. De volgende dag gingen de mensen gewoon aan het werk, maar opeens werd de hemel inktzwart en dreigend, en alsof ze het aanvoelden, vertrokken de meeste mensen van de velden om vroeger dan gewoonlijk naar huis te gaan. Ook de beesten zoals de geiten, schapen en ezels die buiten aan het grazen waren, voorvoelden de vrije val waarin de temperatuur terecht zou komen en gingen naar het dorp, waar ze stampij maakten om binnengelaten te worden.
Het was die winter prachtig weer geweest, met milde temperaturen en veel zon. De natuur maakte zich op voor de lente. De eerste amandelbloesems zwaaiden vrolijk met hun tedere bloemblaadjes, de bomen zaten vol sap om de knoppen te voeden en het nieuwe fruit aan te dragen. Rond twaalf uur ’s middags die dag begon de zee te roken, en om twee uur tuimelde de temperatuur naar 13 à 15 °C onder nul! De grond braakte de nieuwe zaadjes uit en er was een vreselijk geluid te horen: het knappen van de boombasten die allemaal stukvroren…
De kou had niet alleen alle olijf- en fruitbomen kapotgemaakt, maar ook heel veel gewassen. Veel dieren raakten onderkoeld en stierven. Er brak hongersnood uit en er was geen werk meer op de velden. Veel mensen verlieten het eiland om hun heil ergens anders te zoeken. Ze vertrokken naar Egypte, Smyrna (het huidige Izmir) en Konstantinopel (het huidige Istanbul), en stichtten nieuwe dorpen in Anatolië.
Je kunt je moeilijk voorstellen, hoe Lesvos er toen na de Grote Kou moet hebben uitgezien: skeletten van bomen, geen bloemen, geen bloesems, geen groen… Tegenwoordig hebben we het internet en de weermannen op tv die ons kunnen voorspellen of we ons moeten voorbereiden op een grote kou. En dat doen ze dan ook maar al te graag, de een wat dramatischer dan de ander. De vreselijke kou uit Rusland die op de loer lag voor Europa, kreeg gigantische afmetingen, ook voor Griekenland. De dag nadat men -11 °C had voorspeld, bond het weerbericht wat in: het zou meerdere dagen -8°C worden, ook al een behoorlijk forse kou voor het eiland. Uiteindelijk werd de komst van de kou wat uitgesteld en de temperatuur enigszins bijgesteld. Gelukkig maar, want voor zo’n bevroren eiland zou zelfs ik misschien wegvluchten…
De Siberische kou heeft inmiddels ook Lesvos bereikt. Een heersende noordoosterstorm heeft tot gevolg dat de gevoelstemperatuur hier in Eftaloe vele graden onder nul ligt. De werkelijke temperatuur zal nu, dinsdagmorgen 24 januari, rond het vriespunt liggen, hoewel je natuurlijk nooit weet wat er nog gaat komen. Twee jaar geleden hadden we op een middag ook zo’n waanzinnige temperatuurval: toen daalde het kwik in één uur tijd van 10 graden boven naar 10 graden onder nul, met alle gevolgen van dien. Talrijke bomen en planten hebben dat toen niet overleefd en de majestueuze eucalyptusbomen zijn nog steeds aan het herstellen.
De bergen kleuren langzaam wit en de eerste vlagen van een onbarmhartige sneeuwstorm snellen over de velden. Gaat Lesvos de Russische kou overleven?