Romeinse spelletjes

(Oude theater van Mytilini. Foto: internet)

Een paar weken terug werd er een oeroude tempel gevonden in het nog oudere amfitheater van Mytilini. Een tempel voor Nemesis, de Griekse godin van de gerechtigde wraak. Met een zweep en zwaard staat dit godenkind voor het uitdelen van verdiende straffen. Ze was ook de schutspatroon van de gladiatoren en zo komen we weer terug bij het theater van Mytilini, dat enkele eeuwen v.Chr. door de Grieken werd gebouwd. Toen de bouwzieke Romeinen in 88 v.Chr. het eiland inpikten, namen ze het theater flink onder handen en maakten er onder andere een arena in en – naar nu blijkt – ook een kleine tempel.

De oude Grieken vermaakten zich met sport en cultuur. Ze organiseerden de Panhelleense Spelen, waarvan de meest belangrijke de Olympische Spelen waren die in Olympos plaatsvonden. Een theater was destijds het Netflix van nu, waar je heen ging om de nieuwste blij- en treurspelen te zien. Een ietwat serieuzer volksvermaak was de rechtbank, waar – wanneer de rechters er niet uit kwamen – het volk mocht stemmen over wel of geen veroordeling.

De Romeinen vermaakten het volk met toneel en paardenrennen. Een begrafenisritueel voor belangrijke mensen groeide uit tot de nieuwste sport: uit slaven die elkaar op leven en dood bevochten op het kerkhof, ontstonden later de populaire gladiatoren die in grote amfitheaters elkaar met zwaarden en knotsen te lijf gingen, vaak tot de dood er op volgde. Deze sinistere krachtmetingen groeiden uit tot een dagvullend programma, beginnend met de venatores, waarin exotische, wilde dieren elkaar in stukken scheurden, vervolgens de bestiarii, waarin mens en dier tegenover elkaar kwamen te staan, en tenslotte volgde de hoofdact met de gladiatoren. Daar zijn de matadoren van de nu op de schop staande Spaanse stierengevechten watjes bij.

De Duitse Judith Schalansky schrijft in haar verhalenbundel Inventaris van enkele verliezen niet alleen over verloren gegane gedichten van Sappho, maar ook over een huiveringwekkend gevecht tussen een Kaspische tijger (die zijn inmiddels uitgestorven) en een leeuw tijdens een van die heftige shows in een Romeinse arena. Je kunt je moeilijk voorstellen dat in het godenlievende Griekenland dit soort bloederige taferelen populair waren bij het volk. Het Griekse theater in Mytilini moest worden aangepast aan dit Romeinse leedvermaak, zoals onder andere een muur die rondom het toneel werd opgetrokken. Je wilde toch niet dat die wilde beesten of wanhopige gladiatoren het publiek insprongen! En er moest een tempel komen voor de godin van de gladiatoren, opdat ze om hun leven smekende schietgebedjes konden doen, voordat ze aan hun wellicht laatste gevecht begonnen.

Het eiland had het niet slecht als deel van het Romeinse Rijk. Het was populair onder Romeinse vakantiegangers. In die tijd had je natuurlijk nog geen coronavirus, maar wel woeste zeerovers. Dus een zeereisje naar het groene, paradijselijke Lesvos was niet zonder gevaar. De Romeinse militair en politicus Pompeius de Grote zou wel eens even afrekenen met dat zootje ongeregeld op zee en wist in drie maanden tijd heel wat woeste piraten tot een beter leven te bekeren. Lesvos verborg in die tijd meerdere zeeroversnesten, dus het is niet bekend of Pompeius naar Lesvos kwam om te controleren of de zeerovers zich aan hun afspraak hielden, of dat hij even kwam uitpuffen tussen de schaduwrijke bomen en de mooie vrouwen van Mytilini. Feit is dat hij zó geïmponeerd raakte door het fraaie theater, dat hij eenmaal terug in Rome een nog groter theater liet bouwen. In die tijd waren Romeinse theaters van hout en na de voorstellingen werden ze afgebroken. Het theater van Pompeius werd het eerste permanente en stenen theater in Rome en het grootste van het Romeinse rijk.

En zo werd het amfitheater van Mytilini, ooit het grootste in het mediterrane gebied, het voorbeeld voor alle Romeinse theaters. Eens bood het plaats aan wel 10.000 mensen, met marmeren zetels en zelfs een marmeren troon voor de priester van Apollo (troon van Potamos). Vele eeuwen later ligt het er stilletjes bij. Krekels en andere insecten tjirpen op de groene hellingen rond de arena, waar van de zetels geen spoor meer te vinden is, evemin als van de stukken marmer die hergebruikt zijn voor andere gebouwen in de stad. De vogels hebben er het hoogste woord, zoals elders op het eiland. Je zult er enkel nog wat archeologen aantreffen, wroetend naar het geheim van de tempel van Nemesis. Nu het coronavirus wereldwijd heeft toegeslagen, ligt het eiland erbij zoals het theater: zonder bezoekers en zonder zomerse voorstellingen, wachtend op wat de geschiedenisnu weer in petto heeft.