Parels uit de zee

Ik wist niet wat ik zag, toen ik op een dag een forse Triton-schelp bewonderde, die een visser net uit de Eftaloese zee had gevist en waaruit een uiterst merkwaardig ET-achtig wezen kwam gekropen. Mét een hoedje op!

Schelpen zijn de schitterende creaties van weekdieren, ook wel mollusken genaamd. Ze bestaan uit drie delen: een voet, het inwendige en de mantel of skelet, wat de schelp is. Hun skelet hebben ze dus aan de buitenkant en gebruiken het als schild om zich te beschermen tegen andere dieren, want het zijn niet allemaal lieverdjes die in het zeewater ronddolen.

Schelpdieren jagen op eigen soortgenoten en zelfs op andere zeedieren. Zo eet bijvoorbeeld een van de grootste Triton-hoorns, de Triton Charonia, zeesterren. Die besluipt hij, scheurt de stevige huid van zijn prooi open en spuit er gif in, om vervolgens ongegeneerd van zijn vijfsterrenmaaltje te genieten.

Men waarschuwt wel eens voor de imposante Doopvontschelp (Tridacna gigas), de grootste schelp die meer dan één meter en honderd jaar oud kan worden en zomaar iemand zou kunnen vastklemmen met zijn schelpkaken, waarna een verdrinkingsdood in het stijgende water volgt. Maar dat zijn broodjes-aap-verhalen. Net zoals de liefdesgodin Venus uit zo’n schelp zou komen, wat op het beroemde schilderij De geboorte van Venus van de Italiaanse schilder Sandro Botticelli zo fraai is uitgebeeld. Waarschijnlijk een metafoor (vroeger werd een schelp gezien als een symbool van de vagina), want Venus werd geboren uit het schuim van de golven bij Cyprus.

Schelpdieren zijn nu bekend als culinaire delicatessen, zoals oesters, venusschelpen en sint-Jakobsschelpen. In het verleden maakten de oude Grieken en de Romeinen een purperverf met de slakken van de Brandhoren (Bolinus brandaris). Peperduur, want voor één pond purperverf moesten wel 30.000 exemplaren uit zee worden gevist. Bij het proces werden kliertjes van het dier met wat zout in urine gekookt, en daar kon je maar beter niet in de buurt wonen, want dat stonk vreselijk. Het mag een wonder heten dat het dier dat tijdperk heeft overleefd, ze sjokken hier nog altijd over de zeebodem rond.

Ook werd er vroeger zeezijde geproduceerd. De zijde kwam voornamelijk van de Grote Mediterrane steekmossel (Pinna nobilis Linneaeus). De taaie haarbosjes die verwijderd worden bij het schoonmaken van mosselen, zijn de haren waarmee die schelpen zich vasthechten. De reuze steekmossel kan wel 120 cm groot worden en heel wat draden produceren. De zijde die hiermee werd geweven was fijner, warmer en lichter dan gewone zijde. Sommige mensen denken dat men in Egypte er mummies mee bekleedde en in China werd het wel zeemeerminnenzijde genoemd.

Dit soort verhalen staan helaas niet in het boek Schelpen van de Griekse eilanden van Jan Veltkamp en Sylvia van Leeuwen, dat gevuld is met korte beschrijvingen en foto’s van 80 schelpensoorten die je op Lesvos en elders kunt vinden, van vele bekende tot onbekende schelpen.

De meest curieuze naam hebben Rechtsdraaiende juwelendozen (Chama gryphoides Lynnaeus) en Linksdraaiende juwelendozen (Pseudochama gryphina). Ze lijken op onregelmatig gevormde oesterschelpen, maar zijn kleiner en hebben een diepe onderschelp met een soort klepje als deksel.

Griekenland heeft geen Doopvontschelpen, maar is wel rijk aan soorten zaagjes-, venus- en tapijtschelpen, die niet zo makkelijk uit elkaar zijn te houden, in tegenstelling tot de Purperen brandhoren, de Mediterrane kegelslak en het Wenteltrapje.

De grote zeemeerminnenzijde producerende mossels komen nog veelvuldig voor in de Golf van Kalloni en in de Golf van Gera*. Ze maken zelfs pareltjes. Deze zeejuwelen ontstaan door gruis dat per ongeluk in de schelp is gekomen, waaromheen het schelpdier parelmoer maakt, zodat je een glanzende parel krijgt. De Grote Mediterrane steekmossel is overigens een beschermde diersoort, dankzij overbevissing en milieuvervuiling. Blijkbaar waren ze dat nog niet in 2002, toen het boekje Panorexia, ouzo appetizers from Lesvos van Stratis P. Panagos werd uitgegeven, waarin een recept met dit schelpdier: Pinokeftedes. Meng het kleingesneden schelpdier met trachanas (een soort tarwe), ui, brood, een ei, wat ouzo en oregano, vorm er balletjes mee en braadt die in olijfolie. Maar dat mag niet meer en daarom houden wij het voorlopig op legale keftedakia, met venusschelpen (kidonia). Venusballetjes dus, dat klinkt sowieso beter.

*2019: helaas bedreigt een internationale ziekte de Grote Mediterrane steekmossel en slinkt hun aantal in fors tempo.