Het magische rijk der stenen

Waar je ook kijkt op Lesvos, je wordt altijd geconfronteerd met dat wat de vulkanen ooit hoog de lucht in spuwden: stenen, stenen en stenen, in alle vormen en in allerlei formaties. Of je nu op een veld werkt waar de stenen als kolen blijven opkomen, door het landschap rijdt tussen indrukwekkende rotspartijen of op het strand ligt met je neus op kleurrijke kiezels: het is moeilijk niet gebiologeerd te raken door steen.

De mens heeft altijd een relatie met steen gehad: de eerste werktuigen waren van steen, zoals bijvoorbeeld de exemplaren die nu worden gevonden bij Lisvori, een van de archeologische plekken op het eiland waar men sporen heeft aangetroffen van een tijdperk toen grote, harige mammoeten nog de dienst uitmaakten op aarde. Later bouwde men er huizen en kastelen mee.

Stenen maken ook begerig: edelstenen, zoals diamant, smaragd, topaas, agaat, noem maar op, al dat blingbling, vroeger alleen weggelegd voor een koning of keizer. Die kleurrijke stenen zitten meestal weggestopt in ander gesteente, dat je toevallig tegen het lijf kunt lopen of waar je bedrijven voor moet opzetten om ze te delven: mijnen.

Lesvos heeft een bescheiden mijnengeschiedenis. Naast wat kleine mijnen voor koper, goud en zilver bevonden zich bij Vasilika magnesietmijnen. Magnesiet ziet er uit als een kleurloos mineraal vervuild met andere stoffen en is niet bepaald de koningin der edelstenen. Het eiland wordt ook genoemd als vindplaats voor amethist, rookkwarts, chrysopraas, chalcedoon, agaat en jaspis. Al die dure namen staan voor kwartssoorten en daar ligt Lesvos vol mee. Je zou zo het hele eiland met een geologenhamertje te lijf willen gaan.

Een allang niet meer geheime plek op het eiland is de kristalberg, waar de wegen glinsteren van de in de zon blinkende splinters. Bergkristal is kleurloze kwarts en het woord kristal komt van het Oudgriekse woord kristallos, wat ijs (en kwarts) betekent. Vroeger dachten de Grieken namelijk dat kristal onsmeltbaar ijs was. Stel je voor: een ijsberg midden op het eiland!

Kristallen ontstaan wanneer kwarts langzaam afkoelt in magma. De kleurverschillen ontstaan door menging met andere stoffen zoals ijzer (amethist) en mangaan (roze kwarts), of door radioactieve straling (rookkwarts). En dus kun je je hart ophalen op Lesvos, omdat de vulkanen ooit het eiland hebben gezegend met vruchtbare lagen lava en as. Tijdens de erupties zijn hele bossen na een douche van kokendhete as door de daarop volgende regens van schrik omgetoverd in kwarts. Versteende bomen: een andere wondere wereld van stenen op Lesvos.

Het westen van het eiland ligt bezaaid met kwartsbomen, hun binnenste gekleurd in oogverblindende tinten. Elders op het eiland vind je radioactieve straling rondom heetwaterbronnen, waarvan de meeste – onder andere vanwege strenge EU-regels – verwaarloosd zijn. Je ziet wonderlijk gekleurde stenen in die omgeving, alhoewel ik er nog geen rookkwarts heb gevonden.

Er zijn mensen die heilig geloven in de helende krachten van deze stenen: ze beschermen tegen een slecht humeur of stress, helpen te communiceren en houden je gezond van lijf en geest. Het verhaal gaat dat Alexander de Grote zijn overwinningen te danken had aan een riem die hij altijd droeg, versierd met chrysopraas, de overwinningssteen. Nadat een slang de riem kapot had gebeten, won hij geen enkele slag meer en stierf niet veel later.

Lesvos ligt bezaaid met deze helpende krachten; misschien dat het daarom een helend en magisch eiland wordt genoemd. Die krachten zijn momenteel weer hard nodig, nu er een nieuwe corona-wereld aan het ontstaan is en het maar de vraag is of daar nog zoveel ruimte voor toerisme is. Lesvos heeft wel voor hetere vuren gestaan en is een eiland rijk aan natuurlijke bronnen: het produceert niet alleen goudgroene olijfolie, de beste ouzo van Griekenland en smakelijke schapen- en geitenkaas, maar heeft nog veel meer rijkdom om aan de slag te gaan. Vroeger stond Lesvos bekend om zijn wijn, nog steeds een geliefd ambrosia. Er liggen massa’s zeewier op de stranden, er zijn bossen vol dennenbomen die bubbelen van de hars en het eiland is begroeid met een deken van heilzame planten, hard nodig in de medische wereld. En dan zijn er nog die helende stenen.

Het coronavirus heeft een einde gemaakt aan het woekerende toerisme, dat wereldwijd een ware plaag aan het worden was. Niet op Lesvos, want daar was men al gewend aan afnemend toerisme vanwege de vluchtelingen. Daarmee is wel een nieuwe economie op het eiland begonnen: de vluchtelingenopvang heeft voor nieuwe banen gezorgd, een feit dat men zou moeten omarmen. Menige lokale zaak spint goed garen bij deze tijdelijke bewonersgroei.

Natuurlijk zouden er weer toeristen naar het eiland moeten komen om zich te laven aan zijn schoonheid. Maar Lesvos zou zich vooral moeten concentreren op zijn grootste troef: het magische stenenrijk van het Versteende Woud, dat laat zien hoe grote catastrofes kunnen leiden tot nieuwe schatten. Lesvos leert je hoe de natuur almaar in beweging blijft, hoe stenen ontstonden, hoe rotsen in frivole vormen werden geperst en hoe er telkens weer nieuwe werelden ontstaan.