Kalo Ftinoporo

Grieken zijn niet alleen behoorlijk gastvrije mensen, ze staan ook altijd klaar met de meest uiteenlopende wensen: kali mera (goededag), kali apojevma (goede namiddag), kalo vradi (goede avond), kali nichta (welterusten), dat zijn nog maar de gewone wensen voor één dag. Maar ze wensen je ook nog eens elke maandag een kali efdomada (goede week), en steevast op elke eerste van de maand een kalo mina (goede maand).

Aan het einde van de zomer, wanneer de zee nog aantrekkelijk lauw is en de thermometer nog rond de 30°C aangeeft, beginnen ze je al een kalo chimona (goede winter) te wensen. Over niet al te lange tijd zullen ze ook beginnen met kalo Christoejenna (vrolijke kerst). En halverwege de winter – de zomer kan niet snel genoeg weer opnieuw aanvangen – beginnen ze alweer met kalo Paska (een goed Pasen) en een kalo kalokeri (goede zomer). Maar zelden wenst iemand je een goede herfst (kalo ftinopero).

Ik houd van de seizoenen. Ik zou nooit naar een land willen vertrekken zoals in de tropen, waar je geen duidelijke seizoensveranderingen hebt. Als het herfst is, geef ik me daar volledig aan over: prachtig licht, een lauwe zee, gekleurde bladeren en vooral een kenmerkende geur van wegkwijnende vijgen en druiven, natte aarde en de zoete geur van kweeperen. In de zomer mis ik het haardvuur, in de winter mis ik de brandende zon en een verkoelende zee om in te zwemmen. Gelukkig heeft alles zijn tijd en komt na de herfst de winter, met misschien wat sneeuw, maar wel knus bij de kachel. En als je daar genoeg van hebt, begint de lente als voorbode van de zomer.

Toch zijn de herfst en de lente mijn favoriete seizoenen. En ik heb geluk, want deze seizoenen kunnen zich eindeloos rekken in Griekenland. Eigenlijk zijn de vijgen, die eind augustus rijp beginnen te worden, de eerste tekenen van de herfst. Naar gelang het weer duurt het een tijdje voordat de herfst zich echt manifesteert: kou, een beetje regen, paddestoelen, en dat kan eind september komen, maar ook pas in november. Bovendien zeggen de Grieken dat de echte winter pas in februari huishoudt, dus ga maar na hoe lang het hier kan herfsten.

De lente kent hetzelfde verhaal. De eerste lentebodes, in de vorm van de paarse anemoontjes, ontvouwen al voorzichtig in december hun bloemblaadjes. En wanneer het dan volgens de Grieken echt winter is, bloeien ze volop, tezamen met andere lentebloemen en bloesems in de bomen.

Eigenlijk zijn de donkere seizoenen, de herfst en de winter, een straf van de godin van de oogst en het graan: Demeter. Haar dochter Persephone werd door de god van de onderwereld, Hades, gekidnapt en meegenomen naar het dodenrijk. De god Ilios (de zon) zag het gebeuren en waarschuwde Demeter, die haar dochter terug ging eisen bij Hades. Maar Hades was sluw: hij bood Persephone een paar van die kleine, bloedrode vruchtzaadjes uit de granaatappel aan, die Persephone niet kon weerstaan, waarmee ze haar vonnis tekende. Iedereen namelijk die in het dodenrijk iets at, was daarna gedoemd om in het dodenrijk te blijven. Zo trouwde Persephone met Hades, terwijl haar moeder uit verdriet ervoor zorgde dat er op aarde geen plant meer groeide.

Waarover zouden de goden moeten regeren als het een dode boel op aarde zou zijn? Zeus, die eigenlijk Hades had geholpen om Persephone te schaken, bemoeide zich ermee en vond dat Persephone voor elk granaatappelzaadje dat ze had gegeten, een maand in het dodenrijk moest verblijven. In de verschillende overleveringen van dit verhaal is het echter niet duidelijk hoeveel granaatappelvruchtjes Persephone had gegeten, en dus hoeveel maanden ze in het dodenrijk moest blijven en Demeter tranen met tuiten moest huilen in plaats van de gewassen aan te moedigen te groeien. Het aantal varieert van twee tot zeven.

Stel dat Persephone maar twee zaadjes had gegeten, dan zouden er twee maanden moeten komen, waarin Demeter alle groei en bloei tegenhoudt. Demeter lijkt verdacht veel op een moderne Griekse politica die steekpenningen aanneemt, want juist het mooie aan Griekenland – en zeker hier op Lesvos – is, dat er elke maand wel iets bloeit en/of groeit: in oktober zijn de kweeperen en de granaatappels rijp en hangen de aardbeien knalrood in hun (aardbeien)bomen, in november zijn de kastanjes en de meeste olijven klaar voor de oogst, die kan doorlopen tot in maart. In december beginnen de anemonen te bloeien en vind je volop weidechampignons. Andere paddestoelen vind je bovendien na de eerste herfstregens in bijna alle herfst- en eerste wintermaanden.

In januari fleuren de amandelbloesems het landschap op en zijn de sinaasappels, mandarijnen en citroenen rijp, en in februari volgen nog veel andere bomen met hun bloesems. In de natte maanden van het jaar beginnen veel chortasoorten (wilde groentes) hun frêle groene blaadjes te vertonen, in maart word je gek van alle soorten bloemen, inclusief de eetbare kuifhyacinten die ze op Kreta nog steeds inmaken, en steken de wilde asperges overal hun kopjes ten hemel. Hoezo ligt de natuur plat in de donkere maanden?

Bovendien staan in de winter de velden hier vol met wintergroenten zoals verschillende kolen, sla, spinazie en wortelen, en zijn de kikkererwten druk in de weer om rijp te worden. In de winter vind je hier geen lege velden. Het oogsten gaat hier het hele jaar door. Volgens mij is Persephone al lang weer gescheiden van Hades en hoeft Demeter helemaal geen tranen meer te laten om de afwezigheid van haar dochter, of ze neemt onder tafel van die envelopjes met geld aan, waarmee de Grieken alles regelen, om de boel wat te laten doorgroeien!

Na een schitterende, warme nazomer te hebben gehad, gaan we volgens de weerberichten nu eindelijk herfsttemperaturen krijgen en wie weet, zullen de gewassen gezegend worden met wat regen. Het zachtroze kleurende avondlicht geeft de vochtigheid al aan. Een van mijn favoriete seizoenen is definitief aangebroken. Kalo ftinoporo!