Een gemiste kans

In mei heb ik voor het eerst mijn halflang-harige hond geschoren. Terwijl hij zich andere jaren mismoedig door de warme zomer sleepte en altijd een appelflauwte nabij leek te zijn, huppelt hij nu rond, zo blij als een pasgeboren lammetje. Er zijn mensen die beweren dat scheren niet goed voor honden zou zijn: hun vacht is een natuurlijke zonnebeschermer. Daar denkt mijn hond nu anders over: die ligt uitgebreid te zonnen, zonder ergens last van te hebben.

Schapen worden niet geschoren wegens de hitte, ook al kan ik me voorstellen dat een jas van centimeters pure wol geen lolletje is om in de bloedhete zon te dragen. Het gaat om het gewicht van dat dikke vest dat ze elke dag met zich meetorsen: flink in de wol gezette schapen kunnen erdoor omvallen en nooit meer opstaan. En er zijn hygiènische redenen, die ziekten kunnen voorkomen.

Vroeger werden schapen misschien wel geschoren voor hun wol. Het was een onmisbare stof om kleding en tapijten van te maken. Voordat de goedkope synthetische stoffen op de markt kwamen, zaten veel vrouwen in plaats van voor de tv achter het spinnenwiel of een weefgetouw. Zelfs Irene van Athene, die van 797 tot 802 keizerin van het Byzantijnse Rijk was, moest achter het weefgetouw, toen ze verbannen werd naar Lesvos. Ze bracht hier al spinnend haar laatste jaar door.

Lesvos is echter nooit een wol-eiland geweest. Heel vroeger, in de tijd dat de Romeinen de halve wereld commandeerden, was Lesvos beroemd om zijn wijn. Eeuwen later, rond 1900, beleefde het eiland zijn gouden eeuw dankzij de handel in olijfolie en -zeep. Op de velden tussen de olijfbomen vond je tabak en koren. Het waren de jaren dat de ouzo werd geboren uit de tsipouro, een veel ouder anijsdrankje. Aan de stranden werden schepen gebouwd. Tot midden 20ste eeuw werd er in de dennenbossen hars gewonnen.

Het enige wat Lesvos van dat rijtje nog volop produceert is uitstekende olijfolie en overheerlijke ouzo. Maar er zijn nieuwe producten waar het mee kan pronken: kom je in Athene in een viswinkel met een keur aan sardientjes, dan worden de vette exemplaren uit de Golf van Kalloni of Gera het hoogst aangeprezen. In de kaaswinkel ligt een keuze aan verschillende kazen uit Lesvos, die de beste in hun soort zijn: ladotiri, gravièra en myzithra. Lesvos is bovendien het enige eiland dat een kaas mag produceren met de naam feta, de andere gebieden van deze tegenwoordig exclusief Griekse kaas vind je in Macedonië, Thracië, Peloponnesos en Epirus.

Lesvos is dankzij ruimhartige subsidieregelingen vergeven van schapen en geiten, tot zelfs óp de weg toe. Altijd klinkt er wel ergens in de verte een rinkelend schaap en tot in de meest afgelegen gebieden loop je tegen schapenboerderijen aan, voor zover die sjofele gebouwen bestaande uit drijfhout, beddenspiralen en ander bouwafval die naam verdienen. Maar dat maakt Lesvos nog steeds geen wol-eiland.

Lesvos kan dan wel veel meer schapen dan inwoners hebben, buiten de melk en af en toe een lammetje aan het spit, worden deze dieren verder niet benut. Het eiland heeft nooit een florerende tapijtindustrie gekend. In de jaren zestig werd wel een beetje geweven, maar toen maakte ze kleedjes met stukjes overgebleven stof. Aan die vrolijk gestreepte, zogenaamde voddenkleedjes, kwam geen draad aan te pas en de afgeschoren wol van de schapen kon je op elke illegale vuilnisdump op het eiland vinden.

Het eiland heeft geen idee wat voor een rijkdom het bezit: hete bronnen, die voor het merendeel worden gesloten, tonnen zeewier die zich op de stranden ophopen en ladingen wol die aan moeder natuur worden teruggegeven.

Sinds vorig jaar is daar verandering in gekomen. Een Turkse onderneming komt de wol in Lesvos ophalen. Misschien een slim bedrijf dat inspringt op de nieuwe mode van breien met exclusieve wolsoorten (breien wordt wel het nieuwe yoga genoemd). Of een bouwbedrijf dat actief deelneemt aan de niet te stuiten bouwwoede die er in Turkije heerst en zit te springen om isolatiemateriaal. Wol dempt geluiden, regelt de vochtigheid in de lucht, beschermt tegen hoge en lage temperaturen en is bovendien moeilijk ontvlambaar.

Die bouwnijverheid ontbreekt hier op het eiland. Net zoals het opzetten van nieuwe bedrijfjes. Maar ik ben allang blij dat de boeren van Lesvos nu toch de wol verzamelen in grote witte zakken, die op verschillende verzamelpunten langs de weg liggen te wachten op de Turken. Een stuk simpeler dan het stiekem langs een achterafweggetje in de natuur dumpen.