De twee gezichten van Moria

(Foto: M. Mathiellis)

Moria is een van de vele pittoreske dorpen op Lesvos. Het heeft zich eeuwen geleden tussen groene olijfgaarden genesteld, iets ten noorden van de hoofdstad Mytilini. Zijn ouderdom wordt bevestigd door archeologische vondsten van Byzantijnse, Griekse en Romeinse kerkhoven, een pottenbakkerij en Romeinse baden. Het pronkstuk is echter een 170 meter lang Romeins aquaduct dat met zeventien bogen nog stevig staat verankerd in een schitterend landschap.

Het is niet helemaal duidelijk wie de bouw van het aquaduct liet uitvoeren (en betaalde). Dat kan de staatsman en architect Marcus Vipsanius Agrippa zijn geweest, die als vriend en schoonzoon van Augustus o.a. in Rome probeerde iedereen van water te voorzien, en die tussen 23 en 13 jaar v.Chr. enkele jaren in Mytilini verbleef. Het kan echter ook de Romeinse keizer Hadrianus zijn geweest, die in Athene en Pergamon een aquaduct liet bouwen en in het jaar 124 in Mytilini verbleef.

Het water kwam uit het bronrijke gebied aan de voet van de Olympos en uit Megalo Limni, en stroomde – afwisselend boven- en ondergronds – over dalen en langs bergen naar de hoofdstad. Verschillende delen, zoals pijpen en kanalen, hebben de eeuwen overleefd, maar het aquaduct bij Moria is het grootste deel van dit wonderbaarlijk omvangrijke waterwerk dat nog overeind staat.

Zo’n lange waterweg werkt alleen, wanneer het verval onderweg deskundig wordt berekend. Dus dankzij knappe Romeinen werd Moria de stad van het aquaduct. En daar waren de dorpelingen altijd trots op. Maar nu kunnen ze wel janken: zeg je tegenwoordig Moria, dan denkt iedereen meteen aan het gelijknamige vluchtelingenkamp aan de periferie van het dorp. De meeste mensen weten niet eens, dat er ook een charmant dorp met de naam Moria bestaat dat in tegenstelling tot het overbevolkte kamp een oase van rust is. De inwoners van dit ‘onzichtbare’ dorp die van de olijfteelt leven en overal kleine tuinen hebben, zijn niet tegen de vluchtelingen. Ze raken hoogstens hun geduld kwijt, wanneer er weer wat olijfbomen (voor brandhout), schapen of kippen zijn verdwenen. Ze voelen zich vooral in de steek gelaten door Europa, door Griekenland en zelfs door het eiland, want ze zijn overgeleverd aan de wildgroei van het kamp en vrezen steeds meer de onhygiënische, barre omstandigheden die voor watervervuiling en stankoverlast zorgen.

Molyvos, ver weg van alle kampen en vastbesloten de vluchtelingen te negeren in de hoop zo de toeristencrisis te bezweren, had een zinderend muziekprogramma afgelopen augustus, waarbij niet alleen de muziek maar ook het decor een rol speelde. Naast het tango- en gitaarfestival begon het Molyvos Internationaal Muziek Festival met een tournee over het eiland en presenteerde klassieke concerten onder andere in een hamam in Mytilini en in een klooster bij Kalloni, maar het mooist was het sprookjesachtige concert in de zoutpannen van Kalloni die voor de gelegenheid kleurrijk waren uitgelicht.

De jazzavond op 20 augustus in Moria bij het aquaduct, georganiseerd om het dorp met zijn Romeinse erfenis meer bekendheid te geven, deed daar niet voor onder. Ook hier was de omgeving in kleurrijk licht gezet, terwijl sussende jazznoten door de dalen stroomden. Zo levert het eiland een titanengevecht voor positieve publiciteit, vooral in de zomermaanden wanneer een deel van de bevolking inkomsten haalt uit toerisme.

Lesvos staat tegenwoordig onterecht bekend als synoniem voor vluchtelingen, net zoals Moria onterecht synoniem is geworden voor kamp Moria. En weer luiden de alarmklokken wegens een toename van arriverende bootjes. Het kamp – met nu over de 10.000 mensen – weet niet meer hoe het de aankomsten van soms wel honderden nieuwe vluchtelingen per dag moet verwerken, terwijl er allang een tekort is aan slaapplekken, medische zorg en veiligheid. De burgemeester van het eiland, de NGO’s: iedereen slaat alarm, maar die kreten om humanitaire hulp zijn aan dovemansoren gericht, net als in 2015. Ik vrees dat we moeten wachten op weer een schokkende foto, wil het hooghartige Europa zich dit probleem herinneren, want het uitgeknepen Griekenland kan het niet aan.

En Moria? Dat zou volgend jaar onder de fraaie bogen van het Romeinse aquaduct een festival moeten organiseren met muziek van vluchtelingen. De oosterse eetcultuur waart al door de hoofdstad, nu is het wachten op de klanken van duizend-en-één-nacht die zachtjes door de olijfgaarden dansen.